Mijn brouwhistorie

Het begin...

Het begon, zoals je op de voorpagina hebt kunnen lezen, met het kopen van een boekje dat ik op de rommelmarkt vond. Het heette: "Bier uit eigen brouwerij" van Wolfgang Vogel en vertaald en bewerkt door Jan van Schaijk (ISBN 90-215-1348-X). Het gaf een complete uiteenzetting hoe je als hobbybrouwer zelf je bier kon maken.

Het schrok me echter toch wel wat af, omdat er best wat apparatuur nodig was en het brouwproces mij toch wel complex leek. Dit boek heeft dan ook een aantal jaren in de kast gestaan, totdat een collega mij vertelde dat hij zelf bier maakte, uitgaande van kant en klare bierpakketten. Het leuke van die bierpakketten is dat het relatief eenvoudig is om je bier te maken. Je hebt een gistvat, een flinke pan, ontsmettingsmiddel, een kroonkurkapparaat, een hevelslang, e.d. nodig. De stroop uit zo'n blik voeg je toe aan water dat je voorzichtig aan de kook brengt, 5 minuten laten doorkoken, afkoelen en in het gistvat gieten. Als het voldoende is afgekoeld, voeg je het zakje gist bij, je plaatst het waterslot en laat het vervolgens 2-3 weken gisten. Fantastisch als je de volgende dag belletjes ziet opstijgen uit het waterslot. Na die paar weken hevel je het bier uit het gistvat in gesteriliseerde flesjes waar je een kroonkurk op plaatst. Mijn eerste biertje maakte ik op die manier (31 mei 1999). Dat was een Grand Cru. Het resultaat was fantastisch! Een lekker zwaar biertje. Het nadeel was alleen dat het 'maar' om 9 liter ging. Dat was dus in no-time op. Hierna volgden nog een Prestige Abt, een Diabolo en een Triple.

Een grotere pan (19L)...

En toen werd het langzaam aan tijd voor het volledige traject, dus uitgaande van mout en niet meer van zo'n kant-en-klaar bierpakket. Dus kocht ik een zak mout, een koperen hevelfilter, een koelspiraal en een aluminium pan van 19 liter. Het 'experiment' was zeer geslaagd en resulteerde in een helder biertje dat goed drinkbaar was. Ik had mijn eerste echte biertje gemaakt en het smaakte naar meer! We schrijven augustus 1999.

Ik had nog wat bierpakketten staan (een Abdijbier en een Grand Cru), en bier is bier, dus toch maar gemaakt. Maar het haalde het niet bij het 'echte' bier maken. Dus op 21 augustus een tweede biertje gemaakt (mijn negende in totaal). Het was al wel een beetje tobben met de pannen, want 19 liter is niet echt veel en daarnaast had ik nog een 6 liter pannetje om spoelwater in warm te maken. Dat schiet niet zo op. En ik begon te experimenteren: de volgende twee biertjes maakte ik met respectievelijk perziken en pruimen. Beiden waren na 8 weken niet te drinken (later bleek dat deze vruchtenbiertjes pas na ruim een jaar echt lekker begonnen te worden), veel te bitter! Ook was ik zo dom om de pruimenprut in de pan te gooien, waardoor deze pan (slechts 19 liter) direct overstroomde. De hele schuur onder de drab en ik een hoop potentieel bier kwijt!

Een nog grotere pan (30L)...

In oktober 1999 een 'Anne Millennium Brew' gemaakt, genoemd naar mijn toenmalige bierbrouw maatje. Hiervoor had ik wel een nieuwe (30 liter) pan aangeschaft, omdat ik qua hoeveelheden toch echt te weinig had aan een pannetje van 19 liter. De millennium-brew was een succes, maar ik vreesde toch te weinig te hebben voor de eeuwwisseling, dus in november een 'Anne Millennium Dark Knockout' gemaakt. De 'Dark Knockout' werd gerealiseerd door een ruime hoeveelheid suiker toe te voegen om het alcoholpercentage op deze manier op te kunnen krikken.

Een joekel van een pan (70L)...

Omdat de laatste biertjes al redelijke hoeveelheden waren (20 liter), kwam er steeds meer behoefte aan een nog grotere pan. Mijn buurman Leo werkte op een scheepswerf en hij zou wel even een flinke pan laten walsen en lassen. Zo gezegd zo gedaan: de volgende dag werd er een 70 liter (!) pan uitgeladen en werd dit het pronkstuk in mijn brouwinstallatie. Er was slechts 1 nadeel: er was alleen een RVS plaat van 3 mm beschikbaar, dus was deze pan loeizwaar. Bij zo'n grote pan hoort natuurlijk ook een flinke brander, dus wederom een bezoekje gebracht aan de winkel. Met zo'n grote pan is het natuurlijk fantastisch bier maken en dat heb ik dan ook diverse keren gedaan. Een Chimay variant en twee keer een kriekje werden gerealiseerd. Wat wel vervelend begon te worden was dat ik het volume van die 70 L pan niet optimaal kon gebruiken. Waar laat je immers al dat bier? En waar maak je zoveel spoelwater in klaar? Een optimale situatie zou eigenlijk pas ontstaan als ik nog twee van die gave RVS pannen er bij zou hebben. Na wat heen en weer gepraat, schetsen maken, maten doorgeven, was het dan zover:

TWEE (bijna) hectoliter pannen...

Uit een grote plaat roestvrijstaal heeft mijn buurman Leo twee rechthoeken geknipt en twee cirkels, waarmee in totaal twee pannen van elk 90 liter gemaakt konden worden. Ik hoefde alleen maar die plaat roestvrijstaal te betalen. Het lassen zou dan ook gebeuren. Het voordeel was dat het 2 mm plaatstaal was, dus werden de pannen ook nog eens lichter. En zo werd mijn brouwinstallatie in één keer twee pannen van 90 liter rijker. Mijn 19 L pan en mijn 30 L pan stonden een beetje zielig in een hoekje te kijken, want die waren overbodig geworden (de 30 L pan gebruik ik tegenwoordig nog om de geschrote mout in op te vangen!). Dit was ook het moment waarop mijn vrouw vroeg hoelang deze expansie nog door zou gaan. Maar met het groter worden van de pannen, moest er ook meer bier gebotteld worden. En inmiddels had ik een paar series van 40-45 liter bier gemaakt met deze nieuwe pannen. Het bottelen hiervan is alleen geen pretje meer, je bent een hele zaterdag kwijt met flessen spoelen, reinigen en bottelen!

Nog groter?

Nog grotere pannen lijken dus niet gewenst. Mijn achterbuurman George had inmiddels (letterlijk) lucht gekregen van wat ik allemaal aan het maken was. In het begin kwam hij nog wel eens een keertje kijken, maar al snel vond hij het zodanig fascinerend, dat er iedere keer samen gebrouwen werd. En tot op de dag van vandaag is dat zo gebleven. George heeft er mede voor gezorgd dat de oude schuur in 2003 gesloopt werd en vervangen werd door een hip bijgebouw (ik mag het geen schuur meer noemen), waar een complete picobrouwerij in gehuisvest kon worden. Mede omdat we nu met zijn tweeën waren, was er toch ook weer behoefte aan grotere brouwsels :-). In 2005 werd daarom de 70 L maischketel vervangen door een dubbelwandige (!) RVS ketel van 115 L, die door een professionele metaalbewerker in elkaar gezet is. Wat een prachtige ketel is dit geworden! In april 2006 hebben we de warmwaterketel van 90 L toch vervangen door een exemplaar van 150 L! Ook de kookketel moest eraan geloven en deze is vervangen door een grotere versie (van 140 L). En hiermee denk ik dat voorlopig wel onze maximale grootte bereikt hebben (maar dat heb ik al eens eerder gezegd). Ik ben benieuwd hoe ik hier over een paar jaar tegen aan kijk.

Terug naar boven